Baanatletiek

Atletiek kent verschillende onderdelen. Voor de jongste kinderen oefenen we op een beperkt aantal onderdelen. Voor de oudere kinderen komen er steeds meer onderdelen bij.

De officiële baan onderdelen

  • Sprint: 100m, 200m en 400m
  • Middenlange afstand (Mila): 800m, 1000m, 1500m, 1 Engelse mijl, 2000m-Lange afstand: 3000m, 5000m, 10.000m, 1 uur
  • Horden: 100m (vrouwen), 110m (mannen), 400m
  • Estafettes: 4×100, 4×200, 4×400, 4×800, 4×1500 (mannen)
  • Steeple chase: 2000m (vrouwen), 3000m (mannen)
  • Springonderdelen: hoogspringen, verspringen, hinkstapspringen (HSS), polsstokhoogspringen
  • Werpnummers: kogelstoten, kogelslingeren, speerwerpen en discuswerpen

De kinderen kunnen mee doen met wedstrijden die vooral in het weekend worden georganiseerd. De wedstrijden zijn bij AV’40 of bij een andere atletiekvereniging in de regio Haaglanden. We stimuleren de pupillen om mee te doen met de pupillencompetitie (vier wedstrijden in het voorjaar) en de Haagse Cross Competitie (vier wedstrijden in de winter).
Voor de junioren zijn er drie competitiewedstrijden en eventueel een finalewedstrijd. Deze wedstrijden zijn iets verder weg, maar meestal wel in Zuid-Holland.
Hebt u na het lezen van deze pagina nog vragen over baanatletiek, mail ons dan via baanatletiek@av40.nl
Bambini’s ( 4 – 5 jaar )De kinderen maken op een hele speelse manier kennis met alle aspecten van atletiek. Door middel van spelletjes leren de kinderen gooien, springen en rennen.
Deze kinderen doen nog niet mee aan wedstrijden en zodra ze 6 jaar worden, stromen ze door naar de Mini-pupillen.
Minipupillen en pupillen C ( 6 – 8 jaar )Op een speelse manier maken de kinderen kennis met verschillende onderdelen.
– Springen: verspringen
– Werpen: vortexwerpen
– Lopen: 40 meter sprint,  600 meter en 4x40m estafette.
De kinderen kunnen mee doen met wedstrijden die vooral in het weekend worden georganiseerd. De wedstrijden zijn bij AV’40 of bij een andere atletiekvereniging in de regio Haaglanden. We stimuleren de pupillen om mee te doen met de pupillencompetitie (vier wedstrijden in het voorjaar) en de Haagse Cross Competitie (vier wedstrijden in de winter).
De volgende onderdelen doen we wel tijdens de training maar nog niet tijdens een wedstrijd.
-Springen: hoogspringen
-Stoten: kogelstoten
Pupillen B ( 8, 9 jaar )De iets oudere kinderen gaan vaker naar wedstrijden. Er zijn twee wedstrijdonderdelen bij gekomen.
-Springen: hoogspringen
-Stoten: kogelstoten (2 kilogram).
De loopafstand is uitgebreid van 600 meter naar 1000 meter.
Op de trainingen beginnen de onderdelen centraler te staan en het spel wordt op zijn beurt steeds meer gebruikt als ondersteuning van de trainingen.
Pupillen A (9 – 11 jaar )De periode Pupillen A bestaat uit 2 jaar. Hier maken de kinderen kennis met de 60 meter. En de estafette wordt 4x60m.
De trainingen bestaan uit het combineren van spel met techniek. Zo wordt op de training meer aandacht besteed aan bijvoorbeeld een aanloop voor het verspringen.
Junioren D (11 – 13 jaar )Nu begint het serieuzer te worden. Het aantal onderdelen wordt hier sterk uitgebreid. Er staan grote wedstrijden voor de deur.
Bijzondere onderdelen:
-Werpen: speerwerpen en discuswerpen
-Lopen: hordelopen, meisjes 60 meter horden en jongens 80 meter horden
De jongens gaan nu over naar de drie kilogram met het kogelstoten de meisjes stoten nog twee jaar met de 2 kilogram. Voor de meisjes blijft het 4x60m en de jongens krijgen een 4x80m estafette.
De trainingen worden langzamerhand specialistischer.
Junioren C ( 13 – 15 jaar )Op deze leeftijd krijgen de junioren steeds meer mogelijkheden om zich te ontwikkelen op één of twee onderdelen. Degene die niet kunnen kiezen blijven lekker bezig met meerdere onderdelen.
Bij de jongens wordt er plaats gemaakt voor de defenitieve sprintafstand. Van 80 meter naar 100 meter. Bij de meisjes verspringt de korte sprint van de 60 meter naar de 80 meter. Zo ook bij het hordelopen. En bij de werp en stoot onderdelen zullen de gewichten ook stijgen! Zo volgt de estafette ook weer: 4x80m voor de meisjes en 4x100m voor de jongens.
Junioren B ( 15 – 17 jaar )Nu kan je meedoen aan een officieel Nederlandskampioenschappen!
De trainingen zijn gericht op uithoudingsvermogen en techniek. Vele atleten hebben zich op deze leeftijd al toegelegd op hun lievelingsonderdeel/ onderdelen.
Ook hier zullen de gewichten van de werp en stoot onderdelen weer stijgen!
Het hordelopen voor de jongens verspringt van 100 meter naar 110 meter, waarna naarmate je ouder wordt alleen de hoogte van de hordes nog zal veranderen.
Junioren A ( 17 – 19 jaar )Het uitbouwen van de technische vaardigheden staat voorop. Ook krachttrainingen komen nu steeds vaker voor.
De jongens komen met het gewicht van de speer op het maximum(800 gram). Net zoals de meisjes(600 gram), echter geld het bij de vrouwen ook op de onderdelen kogelstoten(4 kilogram) en discuswerpen(1 kilogram). De meisjes zitten nu ook op de korte sprint op 100 meter. De estafettes zijn nu gelijk, voor zowel de meisjes 4x100m als de jongens.
Senioren ( 19 – 35 jaar )Het op peil houden van en het uitbouwen van het prestatieniveau staat hierin centraal!
De mannen krijgen nog 1,25 kilogram erbij met het kogelstoten (7,25 kilogram) net zoals de discus die van 1,75 kilogram naar 2 kilogram gaat.
De vrouwen zitten vanaf de A-junioren op het maximum van de gewichten. Net zoals het hordelopen (100m horden). Bij de mannen worden de horden van 100cm. naar 106,7 cm. verschoven.
Masters ( vanaf 35 jaar )Het mag iets rustiger aan. De gewichten van de stoot- en werponderdelen worden iets lichter, bij zowel de vrouwen als de mannen. Het doel voor menig master is om de prestaties op gelijk niveau te houden.
Desalniettemin beginnen de masters steeds meer op te komen. Het niveau wordt steeds hoger dit is ook te merken aan de bezetting van de Nederlandse kampioenschappen voor masters.